Brokken op de meest prachtige rit - Reisverslag uit Ölgiy, Mongolië van Charlie Tévir - WaarBenJij.nu Brokken op de meest prachtige rit - Reisverslag uit Ölgiy, Mongolië van Charlie Tévir - WaarBenJij.nu

Brokken op de meest prachtige rit

Door: Germen

Blijf op de hoogte en volg Charlie

31 Juli 2015 | Mongolië, Ölgiy

We zijn aan het prachtige Uureg meer in het noordwesten van Mongolië aangekomen. We wisten niet zeker of we dit punt wel zouden halen maar kijk, hier zijn we dan, de rit is beter gegaan dan we hadden verwacht en het was een zalige route! Hier staan we dan vlak bij het heerlijk frisse meer, tussen de bergen, prachtig gewoon. We zoeken weer wat hout bijeen, stenen liggen er genoeg en koken ons potje, doen een zwemmeke, relaxen, spelen wat muziek,… Zover ons oog kan reiken is er niemand, dus een naaktplonske kan er ook vanaf.
Zoals op vele plaatsen in Mongolië, bijna overal, liggen ook hier veel beenderen van dieren. Vroeger werden alle doden, zowel dieren als mensen, in de natuur achter gelaten. Het lichaam was voor de natuur (wolven, insecten, enz…) en de geest kon dan de vrije loop gaan. De Russen hebben dit, voor de lichamen van mensen althans, in de Soviet periode verboden. Vandaag zouden er weer enkele groepen zijn die het terug beginnen te doen. De beenderen die we hier vinden zijn vrij groot en onze fantasie slaat op hol als we zien dat we met zo’n grote knoken in de hand en onze ongekamde haren wel op oermensen lijken.

Even later komt er nog één ander groepje mensen aan het meer staan, een Mongools gezin van 5 volwassenen en 2 kinderen die een maand rondreizen door Mongolië in een Toyota Prius. Inderdaad, deze route met een Toyota Prius!! Een jonge gast van het gezin komt even kennis maken met zijn buren. Hij is vrachtwagenchauffeur en rijdt tussen en stad in zuid-Mongolië en China en vraagt ons of we een gasflesje bijhebben om te koken, maar dat hebben we helaas niet. Een houtvuur maken ziet hij precies niet zitten. Deze jongen spreekt een paar woorden Engels en we beginnen onze route te bespreken. Van dit meer moeten wij naar de stad Olgii, ten eerste om onze gloeibougies bij de post op te halen en ten tweede omdat dit de enige doorgang is naar de grens met Rusland. We kunnen twee wegen pakken. De weg die op onze kaart groen is gekleurd zou iets beter zijn, maar dan zouden we een rivier door moeten… De jongen zegt ons dat de andere weg, in’t zwart gekleurd op onze kaart en dus minder goed, best ok. Hij heeft deze route genomen met hun Toyota Prius en de weg was goed, het was ook een heel mooie route. Ok, dat is goed nieuws denken we!

De volgende dag doen we een ochtendzwemmeke in het meer, ontbijten we, lekker relaxen en dan begint het te overtrekken. De wolken komen van achter de bergen en blokkeren de zon waardoor het snel afkoelt. Hm, wij houden niet zo van slecht weer dus beslissen dan maar te vertrekken. We moeten de bergen over, dan langs een ander meer en nog wat door de bergen, dus we komen nog veel plekken tegen en misschien schijnt de zon daar wel weer. We pakken alles in, doen de dagelijkse check van koelvloeistof- en olie-peil en vertrekken. Eerst een kleine kilometer om terug op de zandweg te komen, dan moeten we één van de tientallen zandwegen naar links nemen die allemaal ongeveer dezelfde bergpas overgaan. Over een vrij korte afstand moeten we zo’n 1000 meter klimmen. Wow, dit is de steilste klim die we met Charlie al gedaan hebben en om het nog wat spannender te maken wordt de weg alleen maar slechter, we rijden letterlijk over rotsen en stenen, waarvan velen puntig naar boven steken. Of het nog niet spannend genoeg is begint het hard te waaien en te regenen. Ondertussen gaat Charlie Parker te keer op de radio en maakt dit echt wel een dolle rit. Man man man, we hadden nooit gedacht dat Charlie dit aan zou kunnen maar we zijn er geraakt boven op de berg. Charlie is echt een beest. Een Mongools koppel met kind is van de andere kant de berg opgeklommen met een oude personenwagen, hij moet snel nieuwe motorolie toevoegen. We hebben reuzehonger gekregen van deze rit, het is ook al na lunchtijd en trekken een blikje visjes met tomatensaus open en eten dit met brood. Voilà, terug op krachten rijden we de berg naar beneden. De weg wordt zwaarder en zwaarder. Eens we op een plateau belanden wordt het nog zwaarder. De sporen die de jeeps van de Russische toeristen hier hebben gemaakt zijn zo diep dat we met onze nieuwe bodemplaat regelmatig het middenstuk tussen deze sporen en stenen raken. En nu denken we, misschien mogen we ons wel gelukkig prijzen dat onze gloeibougies het hebben begeven, anders was die onderplaat er misschien nooit gekomen en hadden we nu misschien een lek in de dieseltank. We kunnen kiezen tussen meer dan tien jeep-sporen maar ze zijn stuk voor stuk eigenlijk te diep voor ons waardoor we een heel stuk gewoon over de keien rijden.

Dit is de zwaarste rit die we tot nu toe hebben gehad, waarover de gast met de Toyota Prius nog vertelde dat het best meeviel. Op een gegeven moment knallen we echt wel hard tegen een steen waarvan we wel erg verschieten en vanaf dan doet de motor raar. Hij maakt een raar geluid als we in eerste en tweede versnelling rijden, in derde geraken we niet op deze slechte weg. Telkens we het gaspedaal lossen horen we een hevige bonk in de motor en schokt de auto. Het klinkt echt niet goed. Dan moeten we een steile heuvel op met los zand waarop we vast komen te zitten. Gelukkig is het een steile helling en geraken we er in achteruit wel terug af. Maar het geluid dat de motor maakt in achteruitversnelling is nog verschrikkelijker. We vrezen voor het ergste, de transmissie of schakeldoos of hoe noem je dat kapot. Shit shit shit!!!! We zetten ons op een plateau aan het volgende meer dat we nog helemaal rond moeten rijden waarna we weer door de bergen moeten naar Olgii, met een motor die klinkt alsof hij het elke moment kan begeven.

Er waait een hevige wind, de zon staat laag achter een dun wolkendek en het wordt kouder. De grond bestaat hier niet uit fijn zand maar dikke zand korrels tot kleine keitjes. De bodembedekking ruikt hier niet naar heerlijke kruiden maar naar bijna rotte, stikkende kolen. We beslissen om de onderkap van de motor te verwijderen zodat we misschien kunnen zien wat er kapot is. We nemen er ook de versnellingspook af omdat we denken dat het een probleem is met de versnellingsbak. Waarom we dit allemaal doen? Waarschijnlijk is het nutteloos want we gaan het toch niet kunnen herstellen en moeten sowieso naar Olgii zien te geraken op deze manier. Maar op een moment dat er iets mis is met de wagen heb ik de drang om ernaar te kijken en te zoeken wat er mis is. Mijn hersenen beginnen dan te draaien en, hoewel ik eigenlijk niets van auto’s ken, bedenken ze allerlei mogelijke mechanische problemen en oplossingen. Mijn hersenen houden me dan ’s nachts ook wakker en ik moet echt een boek gaan lezen of proberen te mediteren en elke gedachte uit mijn hoofd halen in de hoop toch slaap te kunnen vatten. En ik kan met zekerheid zeggen, als ik een seconde wakker wordt (van een tsjilp van een vogel, het fluiten van de wind door de luchtspleet in de koffer of het omdraaien van Annelies in haar slaap) dan is het ook gedaan met slapen want mijn brein begint binnen die seconden alle mechanica weer te overlopen en te bedenken waar de problemen zouden kunnen liggen.

Om de bodemplaat eraf te halen moeten we ons in het naar rottende kolen stinkende zand leggen, met de windvlagen mee wordt de kolengeur sterker. Ik kan u zeggen dat het verwijderen van de bodemplaat alleen al geen makkie is als de wagen niet wordt omhoog gelift. De plaat komt eraf en we beginnen rond te kijken. Ik vraag Annelies om te schakelen terwijl ik onder de wagen en in de motorkap kijk. Ik leer een beetje hoe het schakelsysteem in elkaar zit maar zie niets abnormaal. Als Annelies de motor start en terug afzet zie ik dat het motorblok wel wat harder beweegt dan normaal en er komt ook een vreemd geluid bij, daarom denk ik natuurlijk aan de ophanging van de motor. We zagen onderaan het motorblok dat het metaal een flinke stoot van de rots heeft gekregen. Ik ga opzoek naar de bevestigingspunten van het motorblok maar degene die ik vind zien er in orde uit. We hebben honger, zijn moe en het begint koud te worden. We beslissen het hierbij te laten, steken de bodemplaat terug wat ook weer een hele karwei is en eten een boterham. Daarna kan ik het niet laten om toch nog even onder de auto te gaan liggen en ik zie dat er ergens een barst in lijk te zitten. Het lijkt wel iets waar het motorblok aan vast zit gemaakt. Met deze barst erin zit het motorblok niet meer goed vast en is het te beweeglijk. Is dit fataal voor de motor? Geen idee. Kunnen we nog even verder rijden? Geen idee.

Door onder de auto te gaan liggen wroeten hang ik vol stof. Terwijl ik dit ga afspoelen in het ijskoude meer hoor ik een brommer in de verte. Terwijl ik terug boven op het plateau bij de auto aankom komen er twee mannen aangereden op een brommer. Ze stoppen bij onze auto en kijken nieuwsgierig. Ze komen wat naast de auto zitten en blijven wat zitten staren. We zitten in de regio waar de bevolking voornamelijk bestaat uit een minderheidsgroep Kazakh en deze heren zien er inderdaad heel anders uit dan de mongolen. Beide hebben een klein mager gestalte en zijn vrij armoedig gekleed, de ene heeft een donkere huid, donkeren ogen en een snor, hij lijkt wel een beetje Indisch. De andere heeft kort, licht kroezelig haar, is lichter van huidskleur en heeft lichte ogen waardoor hij er een beetje griezelig uit ziet. Je kan ook niet met zekerheid zeggen of het een man of een vrouw is, maar zijn constant raar gespeek op de grond doet ons wel denken dat hij een man is. De mannen spreken geen woord Engels en zeggen eigenlijk ook niets, ze zitten daar gewoon en om één of andere reden hangt er een soort gespannen sfeer, geen aangename, vrolijke sfeer in ieder geval. We weten niet goed wat deze mensen willen gezien ze niet eens onze naam vragen. Ik sta ook nog druipend nat met een handdoek rond mijn middel te rillen in de koude wind. Ik droog me vlug af en kleed me aan en probeer dan maar een conversatie met de mannen de starten. ‘Mijn naam is Germen, wat is jou naam’… De mannen blijken jongens te zijn van 23 en 19 jaar maar ze zien er helemaal niet zo jong uit… De jongen met de akelige ogen gaat op de grond liggen en kijkt wat onder de auto. Gezien onze bus open staat laten we hen ons bed zien en proberen we hen te zeggen dat dit ons huis is. Aangezien de Mongolen altijd eten en drinken aanbieden aan bezoekers trek ik een blik bier open en verdeel het. De jongens drinken het bier op en blijven daar rustig zitten. Eén van hen heeft een halve verrekijker bij en tuurt erdoor naar de bergen alsof hij opzoek is naar iets. Ik vraag hem of ik eens mag kijken en wordt verrast door wat je hier allemaal door kan zien. Nu snap ik waarom ik al zoveel mensen met verrekijkers heb gezien hier in Mongolië, als je in dit eindeloze landschap moet zoeken naar je vee dat overal losloopt komt zoiets wel van pas. Bon het is goed geweest, wij zijn moe en ik doe teken naar de jongens dat wij gaan slapen. Ze begrijpen de boodschap en stappen op hun brommer waarbij ze vragen of we niet wat benzine voor hen hebben. Helaas, wij rijden op diesel. Na verschillende pogingen start hun brommer en rijden ze weg. Wij kruipen ons bed in bezorgd met de vraag of we morgen tot in Olgii zouden kunnen rijden of niet. Op deze route zie je echt wel niet veel kandidaten om je weg te slepen.

We worden vroeg wakker, staan op en ontbijten. We hebben geen yoghurt meer gevonden in de winkels. Dat is hier zeer moeilijk te vinden. Van die yoghurthes met fruitsmaak vind je nog wel maar gewoon natuuryoghurt niet. In de winkels hier staan rekken vol met mayonaise maar een potje yoghurt is schaars. We hebben in de hoofdstad haver gekocht en beslissen die met melk op te warmen. Het blijkt echter geen haver te zijn maar een ander soort graan (boekweit ofzo?) en lekker is het niet. Ik kan de smaakt niet beschrijven maar het ging echt wel tegen m’n huig. Mja, ne mens moet wel wat krachten hebben voor zo’n rit naar Olgii. En wat een rit, heel voorzichtig over de rotsen, door de putten, over de bulten en door het zand met een los zittende motor. Ons humeur is best wel ok eigenlijk en dit komt waarschijnlijk omdat dit wel het mooiste stuk is dat we hebben gereden. Man, zo’n mooie omgeving!!! En dan natuurlijk nog The Radios op de radio met kleppers als ‘I’m into folk’ en ‘swimming in the pool’ maken het toch wel lachen rit. Met een motor die gans de auto doet trillen komen we aan in Olgii. Yes, we made it!!!

  • 02 September 2015 - 20:20

    JoSpriet:

    Amaai, wat een verhaal !!!

  • 03 September 2015 - 14:03

    Greet Schalenbourg:

    Die Oermensen zijn wel graaf !!!!!!!!!!!!!!!
    Kei goe!
    GRellig, die twee jongens van 19 en 23 brrrr !!!!

    Wat eensmens al niet ontberen moet


  • 09 September 2015 - 22:14

    Papa Koen :

    Hoe gaat dat aflopen!?!
    Spannend is het alleszins!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Charlie

Germen en Annelies trekken rond met hun trouwe viebandige vriend Charlie Tévir

Actief sinds 16 Mei 2015
Verslag gelezen: 335
Totaal aantal bezoekers 30231

Voorgaande reizen:

24 Mei 2015 - 24 April 2016

On the road

Landen bezocht: