nationale parken in Kazachstan - Reisverslag uit Esik, Kazachstan van Charlie Tévir - WaarBenJij.nu nationale parken in Kazachstan - Reisverslag uit Esik, Kazachstan van Charlie Tévir - WaarBenJij.nu

nationale parken in Kazachstan

Door: Annelies

Blijf op de hoogte en volg Charlie

18 Augustus 2015 | Kazachstan, Esik

Germen is een zalige man, die elke auto-uitdaging aankan. Hij rijdt ons veilig het nationaal park binnen en we rijden nog een 15 km over de bochtige weg langs de hevig stromende rivier waar we eindelijk ons plekje vinden. Dit park is ook een populaire picknick en kampeerbestemming voor de locals dus vandaar was het wel even zoeken naar een onbemande plek. We zetten ons vlak aan de rivier en kijken aan beide kanten uit op mooie beboste bergen, dennen aan de ene kant, loofbomen aan de de andere. We maken ons bed en bus slaapklaar en beginnen aan de kook. We moeten ons haasten voor de afwas, want de lucht wordt ineens dreigend donker en de scheve berkenboom waar we onder geparkeerd staan, begint hevig te waaien. Ik moet denken aan een storm die we vroeger hebben meegemaakt tijdens één van onze Zuid-Frankrijk-reizen met het gezin, waarbij een bergriviertje bij een onweer plots veranderde in een modderstroom die geen bruggetje gespaard hield. En deze bergrivier is op zichzelf al wild. Mijn paranoia brein gaat aan de slag en ziet die berkenboom al op ons dak liggen de volgende ochtend, als we al niet gewoon zijn meegespoeld met de rivier. Ik stel voor onze auto toch een beetje verder van de rivier te zetten, waar hij niet onder een boom staat. Het eigenlijk onnodig vindend, overtuigd dat die boom echt niet gaat krakken, kruipt Germen achter het stuur om ons te verplaatsen. Maar Charlie heeft er zelf precies niet zoveel problemen mee daar te staan. Hij start weer even niet, dus ik leg er mij bij neer dat onze slaapplek al gekozen is en wel goed zal zijn. We kruipen onze bus net op tijd in voor het echt hard begint te regenen. ’s Morgens ligt er geen boom op onze auto, maar de regen houdt wel aan. We ontbijten binnen en leggen ons terug op ons bed, achterdeur open zodat we toch wat van het uitzicht kunnen genieten en kruipen onze boekwerelden in. We liggen een tijdje te lezen totdat er wat parkwachters naar ons toe komen, de ene al wat vriendelijker dan de andere. Ze lopen langs onze auto naar de rivier, komen dan terug bij ons staan en wijzen naar de weg, richting uitgang park. De parkwachters zijn er dus toch ook niet gerust op. We verstaan uit hun tekens dat de rivier wel eens heel hard zou kunnen gaan stijgen en dat het dan niet veilig is hier tussen twee bergkammen. We volgen hun raad op, smijten de boeken aan de kant en ruimen op om te vertrekken. Nu hopen dat Charlie ook mee wil verhuizen deze keer. Yes, hij lijkt het nu toch ook welletjes te vinden en start weer vlot. Toch bizar deze wispelturigheid van Charlie. Maar dat zijn zorgen voor later, eerst het park uit rijden. Onderweg zien we stenen, zo groot als bakken bier, in het midden van de weg liggen die er gisteren nog niet lagen. Hmmm, we betwijfelden even de raad van de parkwachters, maar het lijkt toch echt geen slecht idee om het park te verlaten denken we nu.

We rijden tot aan het dorpje, Esik, dat we gisteren op de heenweg gepasseerd zijn en besluiten daar te stoppen voor lunch en het herbekijken van onze plannen. We willen de volgende dag, 15 augustus, graag skypen om onze moeders een gelukkige moederdag te wensen en we willen ook nog eens graag wat kleren gewassen hebben. Gezien de aanhoudende regen is het eerdere plan dit nog eens met de hand aan de rivier te doen niet echt het beste idee. We doen onze was dan maar binnen in een wasserij, waar we het de volgende dag al zouden kunnen ophalen. Perfect, dan kunnen we ineens vanuit hier skypen. Dan moeten we enkel nog beslissen hoe we onze tijd gaan verdrijven tot morgennamiddag. We zien op de kaart een rivier, parallel aan degene waar we daarstraks nog waren, uitlopend op een groot meer. Een ander nationaal park zo blijkt. Daar willen we ook wel eens een kijkje gaan nemen. Het is maar een tiental km hier vandaan, maar gezien de aanhoudende regen en het feit dat we hier morgen al terug willen zijn, beslissen we ons maar eens een hotelletje te gunnen en dat doet meer deugd dan initieel gedacht. Bij het parkeren van de auto naast een fruitwinkeltje dat zich onder het hotel bevindt worden we aangesproken door nieuwsgierige Uzbeekse jongens die het fruitwinkeltje uitbaten. We doen een babbeltje, we krijgen een paar Uzbeekse appels en bananen cadeau aangeboden en gaan met wat bagage het hotel binnen. We genieten van het feit nog eens vier muren om ons heen te hebben, een kamer voor ons alleen waar we in kunnen rondlopen, een zit-wc, een douche (hoewel hier nu niet zo heel veel water uitkomt) met redelijk warm water... Het is bizar hoe je door het een tijdje ontbreken ervan ineens zoveel meer kunt genieten van de kleine dingen. Het is een leuk gevoel nog eens goed te beseffen hoe comfortabel we het wel niet hebben in België. We nemen ons voor daar ook thuis meer van te proberen genieten, met het besef weliswaar dat deze luxe ons snel weer gewoon zal zijn en het moeilijk in te beelden zal worden hoe het was zonder die dingen. We vertoeven de rest van deze regenachtige dag dan ook met plezier in de kamer, met boeken en films. Zalig. De volgende dag schijnt de zon weer en terwijl we naar de markt wandelen zien we dat de bergtoppen in het zuiden veel meer besneeuwd zijn dan twee dagen geleden. De zon doet de verse sneeuw prachtig blinken. We eten een plaatselijke dürüm (niet de beste van ons leven), skypen met onze families (heel leuk iedereen nog eens te zien en hun verhalen te horen), halen onze was af en eten ’s avonds nog eens in een gezellig klein cafeeke. We rijden richting het park als het al donker is. De parkwachter lijkt een beetje verbaasd dat we nu nog binnen willen en waarschuwt ons voor de koude ’s nachts. Het is helemaal nog niet zo koud en we doen teken dat we een warm deken hebben, dus dat dat wel in orde zou komen. Hij laat ons binnen en al snel wordt duidelijk waarom de man de koude vermeldde. Het weggetje naar het meer stijgt en blijft stijgen, en we beseffen dat we op een bergpas naar een bergmeer aan het rijden zijn, zalig toch hoe goed we altijd voorbereid zijn . Zo’n bergweg in de pikkedonker is niet zo aangenaam rijden en we zijn blij wanneer we uiteindelijk op een grote parking aankomen. We zien het meer een beetje lager liggen, maar besluiten deze nacht maar hier te slapen en ons morgen in het licht een plekje te zoeken. De koude valt al bij al wel mee, het is eigenlijk lekker fris en we slapen als roosjes.

We worden ’s ochtends wakker, openen onze koffer en zien nu pas in wat voor mooie omgeving we geslapen hebben. De zon schijnt en geeft het helblauwe meer een schittering. Het meer is omgeven door bergen en we kunnen sneeuw zien liggen op de toppen die wat verder liggen. Ideale omgeving voor een bergwandelingetje zijn we het eens. We laten de auto nog even staan en gaan te voet op verkenning met de hoop misschien wel tot aan de sneeuw te geraken. Zo kunnen we ineens een goede kampeerplek spotten. Rond het meer en richting rivier zijn een aantal wegen, maar daar stopt het bij. Het wordt ons duidelijk dat de aanwezige wegen niet echt bedoeld zijn om op te wandelen, maar eerder dienen om picknickers en kampeerders hun auto te leiden naar hun standplaats. We wandelen nog een tijdje langs een gevonden kleiner padje, maar plots stopt aan een rivier; we lijken niet verder te kunnen. Maar dan zien we drie (een beetje vage) jongeren de rivier in wandelen, de bocht om stappen door het water. Hmm, misschien is daar nog wel een wandelpad en we besluiten hen te volgen. Een hond die ons vanaf de parking al aan het volgen is doet hier echter niet aan mee, het water is hem te koud en de stroming te sterk, hij keert terug. Wij komen er wel door, al blijft de stekende koude een tijd nasidderen, de 15 meter die we door het water moesten, zorgen er al voor dat het voelt alsof onze voeten er af zullen vallen. We willen verder gaan, maar dan komt onze viervoetervriend toch met zijn kopje langs de bocht piepen. Hij lijkt ons nog niet te willen verlaten, maar komt ook niet verder dan de bocht, daar moet hij even door een stukje stroming. Ik ben helemaal vertederd en besluit de 10 meter door het koude water terug te lopen om hem over te zetten. Eens bij hem aangekomen lijkt hij toch te bang en hij keert nu definitief terug. Ik haast me dan ook maar terug naar Germen, mijn voeten hebben warmte nodig. Het zal een wandeling zonder hond worden, wat we wel spijtig vinden. Een hond mee op pad geeft toch altijd een geruststellend en vertrouwd gevoel. De drie jongeren zijn verdwenen en we volgen het dun paadje dat er toch blijkt te zijn. Het stopt echter al snel en we gaan nog een bocht door de rivier. Daar is weer een klein paadje, dat ons leidt naar een grote rots. We klimmen over de rots en we volgen weer een paadje langs de rivier. Het woord pad is misschien niet helemaal het juiste; het is gewoon duidelijk dat hier al meer mensen hebben gelopen, steeds dezelfde weg nemend waardoor een smalle ruimte tussen takken en struiken is ontstaan. We moeten ons echter wel vaak bukken, onder laaghangende takken doorkruffelen en de struiken prikken in onze benen. Germen buigt soms een dood takje om zodat we zeker de weg terugvinden. Na een tijdje merken we dat een voorganger dit ook al gedaan had. Na een half uurtje wandelen komen we echter tot een rots waar we niet meer over of rond kunnen, en gaan beetje teleurgesteld terug. Onderweg stoppen we aan een omgevallen berk om wat van zijn schors af te snijden. Heel goed om een vuur aan te maken, tip van zus Ellen, die goed blijkt te werken hebben we al ervaren. Wanneer we schors aan het verzamelen zijn, passeert één van de drie jongeren die we deze wildernis zijn in gevolgd. Hij kijkt raar en zegt niets terug wanneer we dag zeggen. We wandelen verder terug en daar zien we ook de twee andere, nog een jongen en een meisje. Het meisje zit verdwaasd op een rots te wachten, de tweede jongen zien we wat verder heen en weer wandelen met een mes (of daar lijkt het toch op vanuit de verte) in zijn handen. Heb ik al gezegd dat ze een beetje vaag zijn? We knikken even en stappen verder. Ik denk dat ze goed onder invloed zijn van een of andere drug. Germen twijfelt een beetje, misschien zijn het gewoon vage figuren en blijft het daar bij. We zullen het nooit echt zeker weten. Terug in de bewoonde wereld kijken we goed rond naar een goede plek voor Charlie. We picknicken aan het ijskoude meer, gevuld met gletsjerwater. Hoewel we erg veel zin hebben in een zwemmeke blijft het bij het verfrissen van het gezicht en voeten. Zelfs voor ons, nu toch wel ervaren koud-water-plonsers, te koud. We gaan Charlie halen en zetten ons ergens op een veldje wat verder van het meer. De plaatsen vlak bij het meer waren ondertussen bezet. Ook dit park is heel populair bij jong en oud kazachstan om het weekend door te brengen. En ik geef ze geen ongelijk; echt een ideale plek om met vrienden of familie te genieten van wat hapjes en pintjes daarbij. Ik kan het niet helpen even weg te dromen hier nu met al de vriendinnen te zitten en een gevoel van gemis krijgt even de overhand. De rest van de dag spelen we wat sax, ik zet me aan het tekenen van een kaartje voor de geboorte van ons toen nog onbekende liefste Louise, we lezen wat, koken, eten en worden redelijk vroeg ons bus in gestuurd door het toch wel frisse avondklimaat van de bergen. We blijven hier nog een dagje genieten van de mooie omgeving, doen zowat dezelfde dingen als de dag ervoor en vertrekken de dag erna richting de grens met Kirgizië.



  • 20 November 2015 - 11:25

    Greet Schaenbourg:

    Prachtige omgeving, daar in Kazachstan.
    Na drie weken in Iran, met hoofddoek en kleding, lang en breed genoeg om toch maar je vrouwelijke vormen niet te zien, verrast het me even Annelies in short en blote schouders te zien!!!
    Had ik ook toen we terug uit Thailand kwamen ... de belg ontbloot zich bij de minste zonnestraal.
    Gelukkig dat geen godsdienst of politiek ons in de weg te staat te genieten van alles zoals we zijn.





  • 20 November 2015 - 11:53

    Greet Schalenbourg:

    Blijkbaar is
    "kamperen is de mooiste zomersport waarvan je steeds maar jonger wordt..."
    wel echt als ik bedenk dat jullie dat ijskoude water blijven trotseren.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Charlie

Germen en Annelies trekken rond met hun trouwe viebandige vriend Charlie Tévir

Actief sinds 16 Mei 2015
Verslag gelezen: 482
Totaal aantal bezoekers 30401

Voorgaande reizen:

24 Mei 2015 - 24 April 2016

On the road

Landen bezocht: