Corruptie geeft deuk aan eerste indruk Kazachstan - Reisverslag uit Semey, Kazachstan van Charlie Tévir - WaarBenJij.nu Corruptie geeft deuk aan eerste indruk Kazachstan - Reisverslag uit Semey, Kazachstan van Charlie Tévir - WaarBenJij.nu

Corruptie geeft deuk aan eerste indruk Kazachstan

Door: Annelies

Blijf op de hoogte en volg Charlie

09 Augustus 2015 | Kazachstan, Semey

We zijn nu een tijdje richting Astana aan het rijden en ik besluit dat het nog eens tijd wordt het stuur van Germen over te nemen. Sinds de fatale boenk in Mongolië waardoor onze bracket link is wat hij nu is, heb ik niet meer gereden besef ik en daar wil ik terug verandering in brengen. Ik ben nog geen 10 km verder wanneer Germen me nog net op tijd waarschuwt dat ik maar 50 km per uur mag omdat er werken zijn. Wanneer we die voorbij zijn, zegt Germen nog dat ik nu wel weer sneller mag. Het is niet altijd even duidelijk aangegeven wat mag en wat niet. In de kazakhse bebouwde kom mag je 60 per uur rijden. Soms, vooral aan zebrapaden, staan er borden die zeggen dat je maar 40, maar wat steeds ontbreekt zijn de borden die zeggen dat de snelheidsbeperking eindigt. Ook hier komen we geen bord tegen dat zegt dat de snelheidsbeperking van 50 km per uur eindigt. Wat we wel tegenkomen zijn de zeer tactisch achter de volgende bocht gepositioneerde politiemannen. En ja hoor, net als bijna alle andere automobilisten worden we aan de kant gehaald met de boodschap dat we 66 km per uur reden, te snel zogezegd, want er waren werken. Een gewaarschuwd mens is er twee waard zeggen ze altijd, ik vrees dat dit voor mij (ons) niet echt geldt. We zijn door vele ander toeristen gewaarschuwd dat je moet oppassen met de kazakhse politie; nooit originele documenten geven, doen alsof je niets begrijpt en zeker niet de politie zelf langs de kant van de weg betalen, want dit kan niet officieel zijn en komt dan enkel en alleen in die man zijn broekzak terecht. Deze informatie zit echter ver weg en mijn naïviteit en goedgelovigheid wint het van het gezond verstand dat later, wanneer alles voorbij is, weer stilletjes binnensijpelt. Wat is er nu juist gebeurd toen de schijnbaar vriendelijke politie-agent naar ons toe kwam met de boodschap dat we te snel reden en ons onze papieren vroeg. Ik haal het lieve onschuldige vriendelijk glimlachende meisje in me naar boven en zeg natuurlijk meneer de politie-agent, volledig mee met het idee dat we daadwerkelijk in fout waren en dat het normaal is dat we daarvoor beboet worden, maar wie weet is deze man wel goed genoeg om deze brave toeristen die nog maar enkele uren in hun land zijn te laten gaan met een waarschuwing. Het was immer ook niet duidelijk dat de snelheidslimiet ook nog na de werken verder liep. Ik doe Germen teken de documenten te geven, niet nadenkend geven we naast onze paspoorten ook ons origineel kentekenbewijs. De paspoorten kregen we direct terug, maar het kwaad was al geschied, het kentekenbewijs bleef mooi in de handen van de agent zitten. Ik word gevraagd mee te komen naar de combi en plaats te nemen op de passagierstoel vanvoor. Op de achterbank zit een andere agent met een laptop en ik krijg een beeld te zien van onze charlie met daarboven het getal 66. Ik probeer te zeggen dat ik dacht dat ik na de werken wel weer kon optrekken en zeg sorry. De man zegt nog vanalles, maar ik versta hem oprecht niet. Germen komt nu ook bij de politiewagen staan. Ook ik mag terug uitstappen, het kentekenbewijs is nu in de handen van de agent in de wagen, terwijl de andere agent naar de andere gestopte wagens gaat. Germen en ik weten niet goed wat we moeten doen, wat we wel weten is dat we zonder dat document niet kunnen vertrekken. De andere agent komt terug bij ons staan en we krijgen een heel ander gevoel bij zijn zogenaamde vriendelijkheid. Hij wijst naar de man in de auto en deze schrijft 150 $ op een briefje en dan weer die vriendelijke glimlach van beiden. Hmmm, neen we gaan geen 150 $ hier zomaar op tafel leggen. We zeggen dat we dat bedrag niet bijhebben. De ene agent legt met gebaren uit; als je niet betaalt, gaat jullie kentekenbewijs naar een bureau, god weet waar, en moet je naar daar. We proberen uit te leggen dat we niet meer langs deze weg zullen passeren, dat we naar Astana gaan en dan via een andere weg terug. De andere agent roept “money, money”. We voelen ons in de val gelokt en blijven een tijdje gewoon staan wachten tot er misschien iets anders komt. We voelen wel aan dat zij in de sterke positie staan, zij hebben ons broodnodig document, en ze zullen niet snel opgeven. Ze geloven ons echter wel dat we het geld niet bijhebben en het getal 150 verandert al snel in 100 en dan in 50 $. Damn, wat nu gedaan, we gaan ons kentekenbewijs ook echt niet laten opsturen naar ergens waar wij niet weten waar het terecht komt. We hadden wel al wat kazakhs geld afgehaald en niet verder nadenkend zeg ik Germen, kom geef hem 10000 Tenge, dan zijn we er van af. De man aarzelt niet om dit bedrag te aanvaarden en we krijgen ons kentekenbewijs terug en een vriendelijke handzwaai erbij. Op weg naar de auto vraag ik Germen, 10 000 Tenge, dat is iets van een 5 euro toch? “Neen Annelies, 50 euro.” Ik zat nog met mongoose Tugrik in mijn hoofd, wat wel 5 euro waard is. Ik werd er op slag bleek van, shit dat is veel geld, wit van de aankomende woede misschien ook, want het begon me plots te dagen dat ik heb toegegeven aan een serieuze omkoping van een politieman. Die 50 euro zal niet besteed worden aan de dringende verbetering van de wegen, maar zal verdwijnen in die mannen hun broekzak. Woede vooral op mezelf gericht dat ik hier een steentje heb aan bijgedragen en Germen heb gezegd het geld boven te halen. Aangedaan stappen we terug in de auto en ik rijd in mezelf vloekend verder. Waarom heb ik Germen aangespoord geld boven te halen, waarom hebben we ons originele documenten gegeven, waarom niet gewoon wat langer gewacht aan de politieauto zonder iets te zeggen/doen, waarom...??? We komen natuurlijk ook geen bord meer tegen dat zegt dat de 50 km per uur beperking ophoudt. Die mannen weten goed genoeg waar ze moeten staan om geld te bemachtigen, want je kan ook niet bewijzen dat je niet in fout bent en ze hebben camerabeelden. We voelen ons in het zak gezet en onze eerste indruk van Kazachstan krijgt hierdoor wel een serieuze deuk. Het is heel anders dan het gevoel dat we hadden bij het binnenrijden in Mongolië, waar we direct fruit kregen, oprecht vriendelijk onthaald werden, ook de politie vriendelijk en geïnteresseerd was... Ook het landschap is niet zo uitnodigend. Tot nu toe hebben we vooral dor en grauwgeel gras gezien langs beide kanten van de weg, afgewisseld met los zand, waar we met Charlie zowieso niet door kunnen. Het duurt dan ook even voor we een geschikt plekje vinden om de nacht door te brengen. Maar het lukt ons uiteindelijk wel. We vinden een oké weggetje dat naar een meertje niet ver van de weg leidt. We geven de meren niet op, het blijft onze geprefereerde overnachtingsplaats. Het weggetje stopte een 200 m van het meer en ik vond dit wel oké, we kunnen wel even tot daar wandelen. Germen vond het er 100 m verder toch idyllischer uitzien en ik geef het stuur terug uit handen. Wanneer we willen stoppen merken we dat de autowielen een beetje in het zand zakken. Toch beter een beetje terug denk ik dan. We willen terugrijden en rijden ons hiermee bijna vast, maar geraken er nog net terug uit. Tijd voor een biertje om onze eerste dag Kazachstan te verteren, lijkt ons. We zetten ons op onze stoeltjes met onze voetjes in het meer en genieten van bier en wat zoute lays chips. Er blijkt veel kalk of zout in het meer te zitten, waardoor onze onderbenen helemaal wit zijn geworden, zwemmen zit er niet in. Algoed hebben we onze watertanks en na nog een lekker pastatje wassen we onze voeten en kruipen ons bed in. We krijgen ondertussen ook wat berichten terug van de volkswagen garage in Astana, waaruit blijkt dat zij de onderdelen niet op stock hebben liggen en we ze dus zowieso moeten bestellen. Wel kunnen we ze dan even goed naar Almaty laten sturen, wat meer op onze weg richring Kirgizië ligt. Zo kunnen we alvast wat overbodige kilometers schrappen.

De volgende dag rijden we behoedzaam terug richting Semey, het stadje waar we gisteren ook gestopt waren om inkopen te doen, hopende dat we onze politie”vrienden” van gisteren niet meer zullen tegenkomen. Onderweg bedenken we wat te doen wanneer we nog eens gestopt zouden worden en komen tot de volgende formule; geen engels spreken, geen originele papieren geven met het excuus dat deze in de ambassade liggen voor visumaanvraag (gisteren op de post gedaan, moesten ze beginnen over het feit dat we nog maar een dag in kazachstan zijn), de domme toeristen uithangen. De wegenwerken zijn er vandaag niet meer en we komen vlot het punt waar het gisteren even haperde voorbij. Oef, dachten we, maar dat was te vroeg victorie gekraaid. Vlak voor we Semey inrijden komen we voorbij een controlepost. We rijden er zoals het hoort aan 20 km per uur voorbij. Er vanuit gaande dat we pertect in orde zijn, verschieten we wanneer de agent met zijn stok begint te draaien en teken doet dat onze lichten niet aanstaan en we opzij mogen komen staan. We waren enkele kilometers terug gestopt voor een plaspauze en vergeten onze lichten terug op te zetten. Shit, kiekens dat we zijn. Maar we zijn voorbereid en het toneeltje begint. Onze uilskuiken-gezichten komen tevoorschijn en we begroeten de agent met veel geveinsde vriendelijkheid. Hij begint ons vragen te stellen, maar we verstaan zogezegd geen woord. Ik vraag Germen in het Nederlands “oei wat moeten we nu doen?”. Germen haalt zijn schouders op. We geven kopies van al onze documenten. De agent vraagt de originelen. We verstaan hem niet, en spreken het woord ambassade uit. Hij begint over camerabeelden van onze auto zonder lichten te praten en zegt dat hij ons niet kan laten gaan. We lachen schaapachtig naar hem. Hij begint over geld. We begrijpen hem niet. Hij vraagt hoe we onze benzine betalen. We antwoorden dat we op diesel rijden. Hij vraagt ons naar gps. We wijzen naar onze landkaarten. Hij vraagt hoe we aan eten komen. Germen stapt uit en laat ons veroest gasvuurtje zien, waarbij hij ook uit zichzelf onze watertanks laat zien en met gebaren uitlegt dat we ons daaronder douchen. De man geeft het op en doet teken “allee, maak dat jullie weg zijn, armoezaaiers”. Dit spelletje nam zo’n 20 minuten in beslag. We voelen ons goed dat we geen geld onder tafel zijn kwijtgeraakt deze keer, maar toch blijft er ook een wrang gevoel achter. We voelen ons ongemakkelijk bij het feit dat de politie, mensen die er zijn om je te beschermen voor gevaar en onrecht, juist de mensen zijn die zorgen voor een onveilig gevoel en onrechtvaarigheid. Als toerist voelen we ons des te meer doelwit te zijn van hun wanpraktijken en uitmelkerij. We gaan ervoor zorgen dat ze ons op niets meer kunnen pakken. Voor we starten doen we resoluut gordel- en lichten check en tijdens het rijden zijn we beide gefocust op elk bord dat we zien en houden we snelheidsbepekingen aan tot we zeker weten dat we weer sneller mogen.

In Semey stoppen we nog eens voor wat meer en minder levensnoodzakelijke middelen, zoals brood, water, kazachse sim-kaarten en een waterkoker. De waterkoker met het idee dat het binnenkort in alle toekomstige berglandschappen en zowieso in de wintermaanden wel eens handig kan zijn om snel water op te warmen voor thee, chocomelk, minutesoepjes, noodles om de verkleumde zieljes terug op de warmen na een koude tocht. Het is al laat in de namiddag wanneer we klaar zijn met winkelen en besluiten een beetje verder op de weg naar Almaty een plekje te zoeken. Zoals ik al eerder aanhaalde is het niet zo makkelijk als in mongolië om een plekje te vinden, daar kon je overal gewoon van de weg op zachtgolvende heuvels met klein beetje groene stengels staan. Hier zijn we door het dorre priklandschap met stukken los zand echt wel afhankelijk van de enkele weggetjes die af de hoofdweg richting velden leiden. We vinden uiteindelijk een weggetje en zetten ons op een vlak stukje dorheid. In de verte zien we velden platgebrand worden, volgens mij om zo sneller terug te kunnen beplanten, hoewel ik me van in Laos meen te herinneren (daar deden ze dat ook) dat dat niet zo goed is voor het milieu. Germen overtuigt me dat het ver genoeg is en niet onze kant op zal komen, gezien de wind momenteel de andere kant op waait. Ik twijfel een beetje, maar ben moe en te lui om er op te staan dat we nog een ander plekje moeten vinden. We besluiten ineens onze waterkoker eens te testen voor een soepje bij ons brood en kaas. Ik kijk er al naar uit, maar helaas, deze twee figuren hebben er niet aan gedacht de wattage van de waterkoker eerst te checken, om zeker te zijn dat onze omvormer dit apparaat wel aankan. Niet dus, de zekering springt en het zal enkel brood met kaas zijn vanavond. Het wordt weer wat sneller donker deze dagen en we kruipen ons bus in samen met het licht. We liggen rustig in ons bed te lezen, terwijl we geklop op onze bus horen en iemand fluit en roept op ons in het kazakhs. Germen gaat uit het raampje hangen om duidelijk te maken dat we hier enkel willen slapen en dat is uiteindelijk oké. De mannen doen nog teken zeker geen sigaretten op het dorre stekelige gras te laten vallen en verdwijnen weer. De manier waarop en het iets strengere uiterlijk eigen aan de mensen van Kazachstan geven me een onbehaaglijk gevoel. Snel slapen, hopen dat we niet platbranden en morgen is er een nieuwe dag.
Germen had gelijk, we zijn niet uit onze bus gerookt . De ochtendstond brengt goud in de mond en we besluiten onze ochtend goed te benutten door nog eens een beetje te saxofonen. Terwijl ik wandelend mijn tanden poets met Germen zijn mooie saxofoonklanken op de achtergrond moet ik toegeven dat dit landschap ook wel zijn charme heeft. Het prikt maar is het is mooi om Charlie en Germen in de verte te zien staan in een eindeloze gele vlakte (zie foto’s). Na de saxofoonsessie rijden we verder richting Almaty, nog een 1500 km verder. Uiterst geconcentreerd komen we deze rijdag door zonder één keer te moeten stoppen voor de vele flikken langs de weg, steeds tactisch gelocaliseerd achter een bocht, een rondpunt, een bebouwde kom of ergens anders waar het logisch zou zijn terug op te trekken. Ik zie op de kaart een meertje liggen en we besluiten dat dit de 17 km onverharde weg ernaartoe wel waard is. Het duurt wel een tijd voor we er uiteindelijk geraken en we moeten weer besluiten dat zwemmen er niet in zal zitten, aangezien het water en de oever gescheiden wordt door een 20m hoge klif. Op enkele huisjes verspreid op de oever na, niets anders te bespeuren dan de zandweg en het gras met enkele bomen op errond. De weinige bewoners van dit minidorp laten zich niet zien. We zetten ons naast het weggetje en koken onze ondertussen tradiotionele pasta met verse tomatensaus, bijgespijsd (afhankelijk van beschikbaarheid) met look, wortel, courgette en paprika en afgewerkt met zelf geraspte kaas. We koken op ons gasvuur, aangezien we liefst geen brand veroorzaken in deze droogte door op houtvuur te koken. Wij doen niet mee aan die landbouwtechniek. Ook aan dit plekje moeten we even wennen voor we de schoonheid ervan inzien. We vergelijken te veel met het zachte Mongolië om het unieke van deze prikkende en veel ruwere omgeving te kunnen aanschouwen vanaf de eerste moment. Een prachtige zonsondergang gecombineerd met er een beetje tijd over laten gaan doen onze meningen echter veranderen.

De volgende dag wordt weer een rijdag, met rust- en lunchpauze aan een rivier, waar we ons eindelijk, hoewel ijskoud, nog eens kunnen wassen. Een hondertal meter verwijderd van de grote weg parkeren we ons. Hier zien we wanneer we uitstappen een herder slapen onder een boom. Hij kijkt even op wanneer we voorbijkomen, bevestigd dat wat verderop de rivier stroomt en gaat weer in de pit. We wandelen tot aan de rivier en moeten erkennen dat het een ondiep ligbadje zal worden met steenmassage op onze rug gratis inbegrepen. Het water stroomt ook zo hard dat we ons aan wat stevige stenen onder ons moeten vasthouden wanneer we ons kopje willen onderdompelen om niet weg te drijven met de stroom. Brrr, altijd een overwinning wanneer we het water zijn ingedurfd, maar zo belonend achteraf door die zalig tintelende gloed door heel ons lichaam. Die avond stoppen we aan nog een ander riviertje en maken we kennis met de kazakhse vriendelijkheid, jawel die bestaat natuurlijk ook. Waarschijnlijk zoals overal anders zijn ook in Kazachstan de meeste mensen vriendelijk en vol goede intenties. Jammer gewoon dat de mensen met macht een andere indruk nalaten. We ontmoeten een leuk gezinnetje dat achter de rivierbocht van ons uitgekozen kampeerplekje hebben gepicknickt en zij geven ons de tip ook daar naartoe te gaan; veel duimen die de lucht ingaan en een “very good” daarbij! Na ons eten gaan we eens kijken, benieuwd naar wat nu juist very good is daar. Zo ontdekken we een mooi idylisch zwemplekje tussen roodkleurige hoge rotsen in, een klein badje in de rivier van een meter diep, met goed wat stroming zodat je wat kan jetstreamen. Germen neemt zijn tweede bad die dag, ik houd deze leuke badplaats voor morgenvroeg. Zo gezegd zo gedaan, de volgende ochtend duik ik, na een beetje drentelen en aarzelen, het lekker fris (understatement) badje in. Germen kan het niet laten en neemt zijn derde bad binnen 24u, hij wordt nog badveslaafd ;-). Na ons ontbijt rijden we weer verder. De kilometers beginnen te korten en vanavond zullen we Almaty bereiken. Een klein angstmomentje, terwijl charlie niet terug wil starten (ziekte die weer is bovengekomen na de reparaties in Ulgii) na weer een van onze korte plaspauzes, doet ons hier even over twijfelen. Maar na een 15’ wachten doet die het weer en zullen we onze eindbestemming van vandaag ook kunnen bereiken.


  • 14 Oktober 2015 - 21:22

    Jospriet:

    Weer een mooi verhaal, maar goed dat de bevolking vriendelijker is dan de corrupte politie, of hoe die mensen hun eigen land in diskrediet brengen met zo een gedrag !!! Goede voortzetting van de ries gewenst

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Charlie

Germen en Annelies trekken rond met hun trouwe viebandige vriend Charlie Tévir

Actief sinds 16 Mei 2015
Verslag gelezen: 1016
Totaal aantal bezoekers 31970

Voorgaande reizen:

24 Mei 2015 - 24 April 2016

On the road

Landen bezocht: