Het grote meer en nog grotere bergen van Kirgizië
Door: Germen
Blijf op de hoogte en volg Charlie
24 Augustus 2015 | Kyrgizië, Karakol
We voelen ons wel goed in deze savanne, ver weg van de bewoonde wereld. Maar omdat er zoveel riet langs de oevers groeit zit zwemmen er niet in en besluiten we een ander plekje te gaan zoeken. We rijden oostwaarts langs de zuidelijke kant van het meer waar het zeer dun bevolkt is. Wel zijn er nog heel wat Kazakse toeristen die de laatste dagen van hun vakantie (het is eind augustus) hier aan het spenderen zijn. Het gevolg is dat er heel wat strandjes en kampeerplaatsjes aan het meer zijn ingenomen. We hebben al een heel stuk langs het meer gereden maar het idyllische plekje nog niet gevonden wanneer we stoppen om wat tomaten en appels te kopen van een vrouwtje die deze langs de kant van de straat heeft uitgestald in kartonnen dozen. Een paar meter verder zijn er een aantal mannen wat grondwerken aan het uitvoeren waarvan één man ons in uitstekend Engels welkom heet in Kyrgyzstan en een babbeltje met ons doet. Hij heeft een tijdje in Europa gestudeerd en is terug naar hier, waar hij meer rust vindt, gekomen. Hij zegt ons dat we een paar minuten verder een prachtig strandje zullen vinden, waar het water heerlijk is om te zwemmen en inderdaad we komen langs het strandje waar het echter niet mogelijk is te kamperen tenzij we onze auto pal naast de weg parkeren, dus we rijden wat verder. Op google maps hebben we een plaats gevonden die misschien wel ideaal is om te kamperen en we beslissen daar naartoe te rijden. Na een tijd rijden we de weg af, een zandpad op, we zien een paar vervallen Soviet-gebouwen en gaan een vervallen Soviet-omheining binnen. Iets verder langs het zandpad staat een vrouwtje die teken doet om te stoppen en ons in Russisch aanspreekt. We begrijpen dat dit een terrein is waar je kan kamperen tegen betaling, gezien de lage prijs (er zijn ook geen faciliteiten) besluiten we ons hier te zetten. Het vrouwtje woont in een klein houten huisje, zo’n 50 meter verderop, vanwaar ze de binnenkomende en uitrijdende gasten in’t oog houdt. We rijden over het zandpad dat over het grote terrein loopt en vinden ons een plekje vlak aan het water. Onze buren zitten op een 150 meter van ons wat ons wel wat privacy geeft. Om het water in te gaan moeten we over een paar grote rotsblokken klauteren. Het water is heerlijk! Niet te koud, niet te warm, enorm helder, ideaal voor een zwemmeke.
We relaxen en genieten wat en gaan wat hout sprokkelen om te koken. Een man die wat verder met zijn wagen staat fluit en houdt een grote blok hout in de lucht. Oh, vriendelijk, ik wandel naar hem toe en bedank hem. We doen een praatje, hij in Kazaks, ik in het Engels, waardoor we niet veel verder komen als onze naam en onze afkomst. De man, die uit Almaty komt, roept zijn vrouw erbij die goed Engels spreekt en Annelies komt er ook bijstaan. Issyk Kul is hun favoriete vakantiebestemming en ze komen hier jaarlijks, behalve dan gedurende een tijdje toen er wat problemen waren tussen Kirgizië en Kazakstan. Hier komen ze tot rust en genieten ze van het heerlijke water waar wij zeker kunnen inkomen. Wij vertellen ook ons reisverhaal waarop de man, zoals zovelen waaraan we ons verhalen vertellen in deze regio, zijn hoofd schud. Er zijn vooral nog niet veel mensen geweest die goed reageren als we het over Iran hebben. De meesten reageren met veel ongeloof ‘Dat is een ISLMATISCHE REPUBLIEK!! Men zal je daar vermoorden. Het zit daar vol extremisten….’ We krijgen hen zelden overtuigd dat de mensen daar uiterst vriendelijk en gastvrij blijken te zijn en het daar best wel heel veilig is. Soit, het gezicht van de man dat in het begin van ons praatje een mix van beleefde vriendelijkheid en lichte norsheid uitgaf is volledig omgetoverd tot een vrolijke, blije uitstraling. Hij vraagt ons even te wachten, wandelt naar zijn auto en komt terug met een kartonnen doos. Hij schenkt ons drie stukken hout, zeer stevig hout dat lang zal branden en veel warmte zal afgeven. ‘Vergeet deze blok hout’ zegt hij terwijl hij met zijn voet tegen de blok die hij in het begin omhoog hield stoot, ‘dit hout zal meesterlijk branden, het is goed voor Shashlik.’ We bedanken het koppel en wensen hen nog een heerlijke paar laatste dagen aan het Issyk Kul meer, zij wensen ons nog een behouden reis. Het hout dat de man ons gaf ziet er echt wel goed uit en we beslissen het nog wat bij te houden voor tijden dat we dit meer nodig hebben. Vandaag doen we het met het sprokkel hout dat we vonden.
De volgende dag rijden we verder langs de prachtige weg tussen het meer en de bergen tot in Karakol, een stadje waar heel wat meer Westerse toeristen te zien zijn dan op de andere plaatsen rond het meer. Dit stadje is namelijk een goede basis voor trekkings in de omringende bergen wat ook de reden is waarom we hier stoppen. Gezien Annelies haar slaapzak wat te dun is voor de bergen gaan we er nog één lenen bij een reisagentschapke waarna we een heerlijke shashlik in een gezellig tentje gaan eten. Hier is men duidelijk toeristen iets meer gewoon. De serveerster spreekt Engels en je kan een Shashlik met schapenvlees vragen waarbij men stukken vlees met minder vet selecteert. Voor een Centraal-Aziaat is het vet van het schapenvlees het heerlijkst. Op een feestje of diner zullen de gasten de stukken met het meeste vet krijgen. Ik vind het vet nog best te pruimen, een kleine hoeveelheden toch. Annelies heeft het er iets moeilijker mee en ook met de geur van mijn adem en mond als ik het heb gegeten. Maar gezien we nu hier zijn trek ik me er niet te veel van aan en eet ik toch heel wat schapen shashliks op onze trip. Het vlees is hier heerlijk, maar af en toe kruid men het iets te veel naar onze goesting. Tegen de avond kruipen we ons bus is, lezen we nog wat en proberen te slapen. We hebben ons aan een parkje geparkeerd, iets weg van de hoofdbaan, maar, en dat hadden we bij daglicht niet gezien, ook tegenover een winkel die tot in de vroege uurtjes vodka verkoopt met als gevolg dat we slecht slapen.
Moe maar toch vol goesting in een goede bergwandeling bezoeken we eerst de slijkerige dierenmarkt van Karakol waar boeren van ver komen om wat vee te verkopen of kopen. Daarna rijden we naar een klein dorpje wat verder op waar we een plaatsje om Charlie een paar dagen veilig te parkeren zoeken. We komen voorbij een klein stukje land waar een houten hangaar staat met voor deze hangaar een stukje gras en wat keien waar we Charlie misschien wel kunnen plaatsen, hoewel, de omheining toont dat die stukje eigendom van iemand is en we toelating moeten vragen. Doordat de meest linkse poort van de hangaar open staat zien we dat er een man aan het sleutelen is aan een kleine maar zeer oude Russische vrachtwagen. Dus we rijden het stukje gras op en gaan naar de man toe, naast zijn Russische uiterlijk ziet hij er vrij verduurd uit. De huid van zijn gezicht is ruw en zit vol rimpels. En dan zijn tanden. Eerst moet ik misschien even zeggen dat elke Kirgiziër (ik zou kunnen zeggen elke Centraal-Aziaat, maar zeker de Kirgiziërs) boven de 30 minstens één, vaak meerdere gouden tanden heeft, zowel man als vrouw. Soms wordt je plots verrast door een glimlach die een mond vol goud toont, waarbij echt elke tand werd vervangen door een gouden en soms zijn het slechts enkele gouden tanden tussen mooie, echte tanden. Ik denk dat men hier zowel rotte als gewoon lelijke tanden gemakkelijk vervangt door gouden exemplaren. Maar deze man niet, de aantal tanden die hij nog had zagen er echt slecht uit. Samen met zijn dorre huid maakte dit hem er best wel akelig uitzien, maar al snel verscheen die vriendelijkheid en behulpzaamheid in zijn ogen waardoor we hem al snel vertrouwden. We konden geen woord van elkaar verstaan maar we begrepen elkaar wel. Hij offreerde om onze auto in de hangaar te zetten zodat die zeker veilig zou staan, maar we lieten weten dat we de zon wel nodig hebben voor onze ijskast draaiende te houden. De man maakte duidelijk dat hij goed op Charlie zou letten, dat hij hier veilig stond en wenste ons veel geluk op onze wandeling. De zon scheen fel en wij pakten al zweetend onze trekkersrugzak in waardoor we misschien iets te weinig aan de koude in de bergen dachten.
Het was al bijna middag wanneer we aan onze toch begonnen en het duurde dus niet lang voor we even stopte om te picknicken. Terwijl we onze traditionele smoskes aan het eten zijn komt er een koppel uit de vallei die wij in gaan wandelen. Zij vragen ons of het nog ver is tot het dorpje. Een uurtje wandelen stelt hen best tevreden maar glimlachen valt zwaar, ze zijn al 4 dagen aan het stappen en zijn uitgeput. Ze zijn begonnen in een andere vallei, langs een alpine meer en dan terug langs deze vallei. Wij voelden ons nog superfit, we zetten onze toch verder en al snel komen we in een prachtige vallei, de bergen zijn bezaaid met gras en pijnbomen, het pad volgt een wild stromende rivier, het zonnetje schijnt en het is hier echt wel onbeschrijflijk mooi. Na een aantal uren goed doorstappen rusten we even en eten we wat fruit. We hebben echt goed doorgestapt en voelen het al in onze benen, maar we gaan verder want een we willen echt wel baden in natuurlijk heet water vanavond, op onze bestemming zouden immers enkele hot springs te vinden zijn. We zien een arend over de vallei vliegen en proberen hem te spotten met onze goedkope Chinese verrekijker die we onlangs kochten. We hadden deze gekocht in de hoop toch wat wilde dieren te zien in de bergen, dus af en toe turen we er wat door, scannen we de bergen af, maar tot nu toe zonder resultaat, op de arend na dan. Het begint te overtrekken waardoor het ineens een pak frisser wordt. Wanneer de moeheid onze benen begint binnen te dringen begint het ook wat te regenen, ijskoude regen is het, en het pad wordt als maar steiler en steiler. De laatste loodjes wegen het zwaarst, het tempo gaat trager en trager, we moeten af en toe stoppen om even op adem te komen en er lijkt geen einde te komen aan de weg naar de hot springs tot we in de verte een paar houten huisjes en yurts zien. Onze pas wordt weer iets sneller, gelukkig want we begonnen het goed koud te krijgen. We denken al aan de nacht, die gaat ijskoud zijn en heel veel warmte hebben we niet bij. Omdat het zo koud is, we vrij uitgeput zijn en niet veel warmte bij hebben besluiten we onze tent op te zetten naast een houten huisje waar je ook een bed kan huren en iets kan eten. Zo kunnen we toch nog wat genieten van de warmte daarbinnen, als het te koud wordt.
We vragen aan de jongen die de guesthouse runt ook onmiddellijk naar de hot spring die een half uur later vrij zou zijn zodat wij erin kunnen. Tijdens dat half uur zetten we onze tent op en leggen onze slaap -matjes en -zakken klaar. Dan komt de man ons de sleutel van de hot spring brengen en zegt dat we een half uur hebben. Omdat we dat wat kort vinden onderhandelen we voor een uur. We wandelen een padje af langs het houten huisje richting de rivier en komen aan een ruw betonnen kot waar ons de geur van rioolputje opvalt. We openen een klein deurtje in het betonnen kotje en komen in een kleine ruimte terecht waar je je kan uitkleden, het is hier ijskoud en grauw! En hier stinkt het echt naar rioolputje! We gaan nog een klein deurtje door en daar is een groot ruw betonnen vierkanten bad waar constant vers water in loopt, heet water! Het stinkt hier echt naar rotte eieren! We kleden ons uit in het eerste hokje en willen het hete bad ingaan maar het hete water doet echt pijn aan onze verkleumde handen en voeten. Maar eens gewend en we er helemaal in geraken is het oh zo goed!! Zo heerlijk voor onze vermoeide benen en van de kou verkleumde lichamen. Zalig, hier liggen we dan in een mega groot heet bad. Na een tijdje wordt het toch wat te warm en moeten we even op de kant zitten of er zelfs even uitgaan. Het ijskoude omkleed hokje is ineens niet meer zo koud. Hm, dat was goed. Na ons bad is het tijd om iets te eten. We hebben bouillon en noodles bij maar het is te koud, donker en nat buiten om buiten op houtvuur te koken en gaan binnen in het guesthouse vragen of we daar iets te eten kunnen krijgen. We moeten even wachten, ze gaan het even navragen, er zit wel wat volk binnen, kleine groepjes mensen die de trekking met een gids doen. Ok, we kunnen Lagman, gebakken noedels met groenten en vlees, krijgen en zetten ons in afwachting aan tafel. Na we zalig warme thee krijgen, komen ze ons zeggen dat de Lagman toch niet zal lukken, maar we wel een kom Borsj, soep met groenten en een stuk soepvlees, kunnen krijgen en die smaakt ons enorm. Het potje dikke witte berghoning op tafel maakt het perfecte dessert! Voldaan en weer opgewarmd kruipen we onze tent in maar ondanks ons thermisch ondergoed geraken we al snel weer afgekoeld. We hebben het ijskoud en we slapen slecht.
De volgende ochtend twijfelen we even of we verder zouden gaan. We kunnen verder wandelen, over een hoge bergpas, naar een alpine meer. Van daar kunnen we dan terugkeren via deze weg of via een andere vallei terug naar beneden. Maar er hangen dikke regenwolken boven de bergen waar we dan naartoe moeten. We bevragen enkele mensen die gisteren langs het alpine meer kwamen met hun gids, maar ze raden het ons af. Het was er echt verschrikkelijk koud en nu met de regenwolken zal het nog kouder zijn en zijn de uitzichten er niet. Gezien we vandaag moesten terugbellen naar de Uzbeekse ambassade voor ons visum, we niet te veel warme kleding bij hebben en slecht geslapen hebben van de kou beslissen we maar weer naar beneden te gaan. En we zijn er niet treurig om want het is weer een prachtige wandeling. Eens beneden zijn we moe maar voldaan, zo’n trekkings moeten we meer doen! De man die op onze auto lette was blij dat we ongedeerd terug waren, hij was wat ongerust gezien het slechte weer in de bergen. Terwijl we onze rugzakken weer uitpakken en wat opruimen vragen we hem hoeveel kinderen hij heeft en geven hem voor elk kind een schriftje en balpen. Hij krijgt een lekker frisse Stella Artois, de man rijdt blij weg in zijn oude Russische jeep. Terwijl we nog wat opruimen bellen we naar de Uzbeekse ambassade maar er is geen gehoor. We rijden terug naar Karakol om de geleende slaapzak terug te brengen. Het is avond, we zijn moe en na een shashlik met een frisse pint kruipen we ons bus in. Deze keer staan we niet aan de nachtwinkel geparkeerd en slapen we goed.
-
20 November 2015 - 13:36
Greet Schalenbourg:
Mooi zeg !!!
Daar jullie zelf de vieze rotte geur getrotseerd hebben moet dat ware hotspring bad wel enorm goed gedaan hebben.
Wat ik me heb laten vertellen ... gouden tanden weerspiegelen je rijkdom.
Dus hoe meer gouden tanden in je glimlach, hoe dikker je geldbeugel. -
20 November 2015 - 14:04
Greet Schalenbourg:
Dat was dus bedoeld op Kirgizie¨hé -
21 November 2015 - 10:29
Jospriet:
Amaai, wat een verhaal toch weer ! -
07 Januari 2016 - 04:12
Jochen:
Hey Germen: hier een stille volger. Ik kijk al uit naar het volgende boeiende reisverslag. Geniet van jullie avonturen!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley