Het Balkai meer; even waanzinnig mooi als koud! - Reisverslag uit Olkhon, Rusland van Charlie Tévir - WaarBenJij.nu Het Balkai meer; even waanzinnig mooi als koud! - Reisverslag uit Olkhon, Rusland van Charlie Tévir - WaarBenJij.nu

Het Balkai meer; even waanzinnig mooi als koud!

Blijf op de hoogte en volg Charlie

26 Juni 2015 | Rusland, Olkhon

We made it! Hoera! Na duizenden Russische kilometers te hebben afgelegd bereiken we Irkutsk, de stad vlakbij het Balkai meer waar we zo hebben naar uitgekeken om ons enkele dagen rust te gunnen. Qua volume het grootste meer in de wereld, dat 1/5 van al het drinkbaar water bevat. Daarenboven ook het diepste. In de winter helemaal bevroren, in de zomer wordt het gevuld door het smeltende water komende uit de bergen rondom. Dit alles zorgt er voor dat het water nooit echt heel warm is, laten we zeggen het ganse jaar koud blijft, en in de zomer een onderdompeling al een hele uitdaging is. We lezen dat wanneer je pootje baad, je 5 jaar langer leeft, wanneer je helemaal onder gaat 15 jaar (de getallen kunnen iets afwijken, ik ben het een beetje vergeten, maar het zal wel zoiets in de buurt zijn). Er wordt ook bij vermeld dat je een Rus moet zijn om in het Balkai meer te zwemmen. Een jongen die we op onze weg hiernaartoe hebben ontmoet, zegt zelfs dat juni nog veel te koud is om te zwemmen. Ik zeg zeer stoer tegen Germen, ik ga er helemaal in hoor. Een minuut later al bedacht ik me dat ik beter eerst aan het water zou voelen. Ach ja, als echte meerjunkies we kunnen toch niet naar het Balkai meer zonder erin te gaan.

Vermoeid door het onweer van de vorige nacht en het vroege weksignaal van ons gastvrouwtje Paulina rijden we nog een stukje verder naar het eiland Olkhon dat gelegen is in de westelijke kant van dit immense Balkai meer. Germen had gelezen dat dit eiland echt een aanrader is en een goede manier om kennis te maken met het meer. Dit wordt bevestigd door verschillende Irkutsianen dus overtuigd rijden we het stuk om naar dit eiland. Nog een ganse trip blijkt, die we in de waas van vermoeidheid ondergaan. Het landschap wordt droger,de bosrijke heuvels worden afgewisseld door dorre zandheuvels. Onderweg stopt de asfaltweg een tiental km, waar we hobbelend over de harde bobbels verder bollen aan max 40 km per uur. Een goed voorbereiding voor het eiland waar geen asfalt te vinden zal zijn. Tegen een uur of vier in de namiddag bereiken we de ferry, waarop we gratis samen met charlie kunnen meevaren. Na twintig minuten varen zijn we er. Een vlaag van euforie raast door ons heen. Wauw, hoe zot dat we hier gewoon op een eliand in een van de grootste meren van de wereld met onze Charlie kunnen rondcruisen, duizenden km van ons Beligiëland verwijderd. We zijn fier op onze lange tocht hier naartoe en blij dat we enkele dagen geen honderden kilometers moeten afleggen. Dit zou moeilijk gaan ook, aangezien het eiland nog geen 100 km lang is. Er loopt een hoofdweg dwars door de lengte van de westelijke kant van het eiland zien we op de kaart. We besluiten tot het hoofddorp te rijden, 30 km verder. We zien vele zijweggetjes maar behoedzaam houden we het op de hoofdweg, we moesten maar eens vast komen te zitten ofzo. Deze behoedzaamheid duurt echter niet lang. De hoofdweg is hard en bobbelig. Charlie tiert en kraakt en roept om een zachte weg. We zien vele auto’s de weggetjes nemen die ontstaan zijn door waarschijnlijk 1 iemand zijn/haar initiatief niet op de bobbels te willen rijden, waarna velen hem of haar gevolgd zijn. Ik denk aan de quote; leiderschap kan enkel bestaan wanneer men ook volgers heeft. Leiders in overvloed hier. We wagen het erop en zijn hier blij om. Ondanks het feit dat deze weggetjes misschien soms wat stijler en dus avontuurlijker zijn, zijn de meeste veel zachter om op te rijden. Je moet gewoon het juiste weggetje van velen kiezen, want eens erop moet je het ook wel af rijden of terugkeren. Na 20 km (gemiddeld 20km per uur gereden) zijn we echt wel moe en besluiten een zijweg richting meer te nemen. We zetten ons aan een kleine klif en genieten van het uitzicht. In de verte zien we bergen met af en toe nog plekje sneeuw precies. Het is alsof dit eiland enkel van ons is. Geen mens, dorp, auto in de buurt. Zalig! Wat het nog zaliger maakt is dat ook hier (de muggenoorlog is al sinds een paar dagen rustig) geen mug te bespeuren is. We dalen ons klifje af, want zijn toch wel heel benieuwd naar de temperatuur van het meer. Zo koud kan het toch niet zijn... Een teentje erin... Oh my god, auw, de koude snijdt in ons vel. Miljaar, dat zwemmeke gaat toch voor morgen zijn als de zon er ook is. We maken ons een pastake, drinken daar nog overshotje wijn bij. Mmm genieten... Tijdens onze afwas worden we vergezeld door twee lieve, mooie honden, duidelijk blij met hun grote speeltuin die ze hun thuis kunnen noemen. We zetten ons nog even bij een door Germen gemaakt kampvuur, de wind is koud hier, genieten nog van kijken naar het uitzicht en het vuur. Moe en voldaan kruipen we ons bed in.

De volgende dag is het zover. Het is tijd voor een wasbeurt. We doen onze zwemkledij aan en wagen ons naar beneden. Met een klein hartje weliswaar. Oké ik probeer eerst. We gaan om de beurt, er moest maar eens iemand onwel worden van de koude, zeggen we grappend, maar toch ook een beetje serieus. Ik stap enkele meters het water in over de dikke stenen. En dan snel terug. Echt waar, hoe pijnlijk koud kan water zijn, het is niet te beschrijven. Ik laat mijn voeten terug gevoel krijgen door op het warme zand te gaan staan en Germen gaat er nu in. Zelfde verhaal. Zo gaat dat nog enkele keren door. Ergens is die afwisseling van ijskoud met lekker warm wat verslavend. Elke keer dompelen we ons iets meer onder. Uiteindelijk gaan we ook kopje onder en kunnen we zelfs een slag zwemmen en beetje door ons haar wrijven. Door de koude blijft dit echter ook nat een beetje vettig aanvoelen. Het is zoals afwassen met koud water denken we, dan krijg je het vuil er ook moeilijker af . Daarna is het tijd voor thee en warme havermoutpap als ontbijt. Het duurt even voor onze voeten weer hun normale temperatuur hebben bereikt. We relaxen nog een beetje, zoeken ons elk een plekje om wat saxofoon te oefenen, spelen dan nog even samen en gaan de rest van het eiland ontdekken.

De rest van de dagen ga ik een beetje korter proberen samen te vatten. Ik ben aan het uitwijden merk ik. We ontmoeten een paar jonge mensen, die jaarlijks hier op vakantie komen en dan graag hun kampvuur en wodka delen met buitenlanders. Zo nodigen ze ook ons uit hen te vergezellen. Drie van de vier spreken engels, de vierde kan zich met gebaren, wodka delen en gelach ook goed begrijpbaar maken en het wordt een gezellige avond. Zij zingen hun volklied voor ons. Wij, door gebrek aan kennis van de tekst van het onze, zingen dan maar ‘Het is een nacht’. De volgende ochtend worden we vergezeld door een gigantische kater. We rijden naar een mooi strandje en rusten en zwemmen (lees 1 slag in een iets minder koud baaike hebben we het gevoel) daar tot we weer naar het hoofddorp vertrekken voor een skype-afspraak met het thuisfront (zus ellen verjaarde die dag). Onderweg onze eerste keer vast komen te zitten in los zand. Een verkeerd weggetje gekozen. Na een uurtje zelf ploeteren, niet zo doordacht, met nog altijd een katerke als gezelschap, worden we er door een voorbijrijder uitgetrokken. Paar woorden, zijn sleeptouw hangt al aan onze auto, en hop hij trekt ons er rustig uit. Wij immens dankbaar zeggen spacieba, spacieba... Hij knikt kort en rijdt weer verder, al is het de normaalste zaak van de wereld. Een uurtje later dan gepland kunnen we dankzij hem toch nog een skype-je doen. De dag erop doen we nog wandeling door het nationaal park in het noorden van het eiland. We wilden eigenlijk met de auto naar het uiterste puntje rijden, maar wanneer we het park wilden binnenrijden vroegen we naar wegcondities en verstonden we dat er veel los zand lag. Na het avontuur van de dag ervoor dus maar besloten gewoon te voet verder te trekken. ’S Avonds zetten we charlie nog op een ander heerlijk plekje, Germen doet nog kort maar toch steeds verkwikkend plonsje in het meer, we eten worstjes en groentjes, klaargemaakt op ons kampvuur, met couscous. En we genieten wederom van uitzicht en vuur. De volgende dag worden we wakker en klettert de regen op ons dak. Ik doe op mijn beurt dan nog een verkwikkend kort plonsje en omdat we niet willen komen vast te zitten en we ook nog een hele weg tot de grens van Mongolië af te leggen hebben, beslissen we dagje vroeger en meer op het gemak van het eiland richting grens te vertrekken.

  • 06 Juli 2015 - 14:40

    Kaat:

    Afwassen met koud water gaat ook minder goe :'D heb hier ff luidop zitten gieren op de bus met jullie vettige kopjes

  • 06 Juli 2015 - 16:11

    Greet Schalenbourg:

    Dat water was echt wel ijsberenkoud!!!
    Moedig zeg!
    Plonsje in Plonsje uit ... ik zou me heel loom gaan voelen na dat bad met havermoutpap.

    Weerom héél mooie foto's.

    Doe zo voort zou ik zeggen.
    Genieten, relaxen, op jullie hoede zijn, weerom genieten .....
    dikke knuffel
    xxx

  • 07 Juli 2015 - 19:33

    Greet:

    Ik kan mij vergissen, maar ik denk dat jullie een cinema'ke gewonnen hebben ;-)

  • 02 Augustus 2015 - 10:13

    Jospriet:

    Amaai, dat eiland is volgens mij mooiste plek van jullie reis tot nog toe, stilte op die plaatsen moet wonderbaar geluid zijn !!!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Charlie

Germen en Annelies trekken rond met hun trouwe viebandige vriend Charlie Tévir

Actief sinds 16 Mei 2015
Verslag gelezen: 440
Totaal aantal bezoekers 30311

Voorgaande reizen:

24 Mei 2015 - 24 April 2016

On the road

Landen bezocht: